DEBAT IN DAGEN VAN OORLOG

EEN BERICHT VOOR ONZE BEZOEKERS

DEBAT IN DAGEN VAN OORLOG

In het licht van de verwoesting en ontreddering die elk uur tot ons komen, lijkt de andere actualiteit soms onbeduidend, onwezenlijk – en toch is de Rode Hoed geopend en actief. We leven in lastige tijden, dat weten we maar al te goed, en daarom laten we onze programma’s doorlopen. Een crisis is bij uitstek de tijd om het publieke debat in beweging te houden: we zullen onze avonden dus voortzetten, vanuit ons eigen gevoel voor urgentie.

Direct of indirect raakt het conflict aan vele thema’s die de Rode Hoed behandelt, op het snijvlak van (geo)politiek en maatschappij. Hoezeer we ook meeleven: het is goed om juist nu bij de les te blijven, op de democratie te letten, op zaken die ons allemaal aangaan en die niet pauzeren, maar onder druk eerder geneigd zijn te veranderen of te verergeren. We willen, ondanks alles, dóórdenken – en dat doen we graag met onze bezoekers.

We organiseren op 24 april een programma over de Oekraïnecrisis en is er doorlopend, in meerdere avonden, aandacht voor de oorlog en de gevolgen. Waar beleid doorgaans niet over één nacht ijs gaat, volgen de grote besluiten elkaar nu in rap tempo op: over de energiepolitiek, de Duitse defensie-wende, geldstromen, allianties en mandaten. De Rode Hoed ziet het als haar taak het gesprek te blijven voeren, de geschiedenis op de huid te zitten, in plaats van er later – met spijt? – op terug te kijken.

Ook voor lopende programma’s is de situatie in Oekraïne relevant, die zet ze zelfs op scherp of geeft ze een wending. Zo staat er een avond over Syrië op de agenda om de inmiddels elfjarige oorlog dáár te belichten, waar Rusland sinds 2015 een grote rol in heeft. Wat begon als vreedzaam protest tegen het regime van president Assad eindigde in een bloedig conflict met honderdduizenden doden, tienduizenden vermisten en meer dan dertien miljoen ontheemden. Dat Assad desondanks nog op zijn plek zit, komt volgens velen door de verwoestende Russische luchtaanvallen. Waar in Oekraïne net het eerste kinderziekenhuis door Rusland is gebombardeerd, gebeurde dat in Syrië aan de lopende band. Wat kunnen we nog meer verwachten van de oorlog in Oekraïne, aan de hand van de erfenis van de Syrische crisis? En zal er ook gestreden worden voor gerechtigdheid zoals dat voor Syrische oorlogsmisdaden nu al wordt gepoogd?

Aan de vooravond van de Franse verkiezingen is de oorlog ook de campagnes voor het presidentschap binnengedrongen. Op 5 april bespreken we de ‘grote verrechtsing’ die zich in Frankrijk aftekent, maar nu zijn de twee grootste kandidaten van rechts om hun Poetin-sympathieën in de knel gekomen: Éric Zemmour lijkt als kanshebber afgehaakt, Marine Le Pen nog zeker niet, maar ze is wat aan het wankelen gebracht. Intussen profileert Valérie Pécresse zich als een rechts alternatief ‘vóór Oekraïne en democratie’. En Macron, die in Moskou probeerde te de-escaleren, ligt stevig op koers voor zijn tweede termijn. Hoe moeten we dit verloop interpreteren, en wat vinden de Fransen ervan?

Maandag heeft de Volkskrant onthuld dat de Nederlandse inlichtingendiensten de oorlog ‘aangrijpen’ om meer bevoegdheden te verwerven. De krant zag een geheim wetsvoorstel in en concludeert dat de AIVD en MIVD de onlinesurveillance willen opvoeren, door zonder toestemming vooraf te mogen hacken en aftappen. Een ‘Russisch digitaal aanvalsnetwerk’ zou de aanleiding zijn, maar de Oekraïense crisis legt tot dusver niet direct de noodzaak bloot – het oogt als weer een hefboom voor verdere controle en past in een ontwikkeling die NRC het afgelopen jaar beschreef: onze data worden massaal verzameld, de privésfeer is in het geding. In De Rode Hoed daarom het tweeluik De wantrouwende overheid, om een vinger aan de pols te houden – en dat blijkt in deze vertroebelde tijd geen overbodige luxe.

Deel dit bericht: